Inschatten risico: meter en man Dat de risicometer-regels van de AFM totaal de plank misslaan, bewijst het Trade Finance Handelsfonds. 29 november 2016 09:50 • Door Marcel Tak Afgelopen week maakte een lezer, Lodewijk van Meel, mij attent op het Trade Finance Handelsfonds (TFH) van fondsbeheerder De Veste. In de Essentiële Beleggersinformatie (EBI), die elk onder AFM toezicht vallend fonds moet publiceren, staat de eveneens verplichte risicometer weergegeven. Voor TFH staat de risicometer op 1. Dat betekent dat volgens deze indicator het fonds het laagst mogelijke risicoprofiel heeft op een schaal van 7. Van Meel is verbaasd over dat lage risicocijfer, omdat tegelijkertijd het fonds al jarenlang het verwachte rendement van 7% behaalt. Bovendien heeft de lezer de indruk dat dit rendement wordt behaald door in risicodragende categorieën te beleggen. Het lijkt ook te mooi om waar te zijn: een zeer laag risico gecombineerd met een hoog constant (uitkerings)rendement. Gevaarlijke risico-indicator De oplettende lezer vroeg mij of het veronderstelde zeer lage risico voor het fonds wel klopt. Ik ben natuurlijk direct in deze materie gedoken. In het verleden heb ik aangegeven de risicometer als een matige en soms zelfs gevaarlijke indicator van het risico te zien. Hoe zit dat met de meter en de risicoschatting voor TFH? TFH is een fonds dat het fondsvermogen belegt in het Capstone Cayman Current Liquidity Fund (CCCLF). Dat fonds is gericht op handelsfinanciering en factoring. Handelsfinanciering betekent dat de manager van CCCLF, Capstone Cayman Capital Asset Management, de financiering regelt tussen producenten en hun klanten. Capstone financiert de productie ten behoeve van de klant en krijgt als onderpand de betreffende goederen. Rendement waargemaakt Deze goederen worden vervolgens aan de klant verkocht, waardoor Capstone het uitgeleende geld weer terug heeft, uiteraard met een marge. Factoring betekent dat facturen van klanten worden opgekocht tegen een lager bedrag dan de factuurprijs. Vervolgens int Capstone de factuur, uiteraard tegen de (hogere) oorspronkelijke factuurprijs. Deze beide activiteiten leveren voor het fonds, naar verwachting van De Veste, een rendement van circa 7% per jaar op. Sinds februari 2012, de oprichting van TFH, is die verwachting waargemaakt. Jaarlijks werd een nettorendement van 7% behaald, ondanks de 3,41% aan lopende kosten per jaar. Bij een dergelijke prestatie is het een feest de variabelen voor de verplichte risicometer in te vullen. Geen volatiliteit De uitkomst is namelijk dat het product een volatiliteit, de beweeglijkheid in de gerealiseerde resultaten, van nihil heeft. Met een dergelijke volatiliteit mag, nee moet, het fonds aangeven dat het een zeer laag risico heeft. Dat is vreemd. Er zijn wel meer bedrijven die een continue stabiele stroom van inkomsten laten zien. Dat betekent nog niet dat het betreffende aandeel (of zelfs obligatie) van het bedrijf als laag risico belegging moet worden gezien. Al is het alleen maar dat vanwege de marktomstandigheden de koers van het aandeel sterk kan fluctueren, waarmee het risicoprofiel omhoog gaat. TFH heeft echter geen beursnotering, waardoor de koers ook niet fluctueert. Onbruikbaar Die blijft keurig op 100, al sinds de start in 2012. Op deze wijze komt het lage risicoprofiel van 1 er als vanzelf uitrollen. Dit is naar mijn mening weer een voorbeeld hoe in sommige gevallen de risicometer onbruikbaar is. Ten eerste zitten er altijd risico's in de structuur van het fonds zelf die in de risicometer niet tot uitdrukking komen. In dit geval gaat het bijvoorbeeld om een op het oog tamelijk complexe constructie met een deelneming in een op de Kaaimaneilanden gevestigde onderneming (CCCLF). De beheerder van dit fonds staat onder Amerikaans (SEC) toezicht, terwijl De Veste onder Nederlands (AFM) toezicht valt. Zo op het oog lijkt alles derhalve goed geregeld, maar daarmee is niet gegarandeerd dat er in deze constructie niets mis zou kunnen gaan. Toch wel riskant Ten tweede vormen handelsfinanciering en factoring gewoon bedrijfsactiviteiten waar, hoe goed het bedrijfsmatig misschien ook is opgezet, altijd risico's mee samenhangen. Unilever en Heineken zijn ook goed geleide ondernemingen, maar daarmee is een aandelen of obligatiebelegging in deze bedrijven nog niet (nagenoeg) vrij van risico. Dat de risicometer in dit geval faalt, blijkt uit de bizarre situatie dat ditzelfde fonds als zeer riskant wordt gekarakteriseerd, als het binnen een lijfrenteconstructie wordt aangeboden. Het fonds wordt dan gezien als een complex product, waarvoor een verplichte bijsluiter geldt. In die bijsluiter is ook een risico indicator (conform de bepalingen van de AFM) opgenomen. Andere risicocategorie Deze indicator laat een mannetje zien dat volledig gebukt gaat onder de zware last van het te dragen risico. De indicator geeft aan dat het risico van TFH in de hoogste categorie valt (zeer groot). Dit volledig tegenovergestelde oordeel over het risico komt omdat voor deze indicator het fonds wordt ingedeeld bij één van de standaard beleggingscategorieën. Omdat TFH niet binnen een standaardcategorie ondergebracht kan worden, het is een atypische belegging, wordt het als "aandelen opkomende markten" gezien, zo deelde De Veste mij mede. Daarmee valt het fonds automatisch in de hoogste risicoklasse. Alles draait om risico als het om beleggen gaat. Beleggers kunnen grote of kleine risico's nemen, al naar gelang hun rendementsdoelstelling. Schuld van de AFM Risico is niet altijd gemakkelijk in te schatten en daarom verplicht AFM fondsen en complexe producten risico informatie te geven, gecommuniceerd via meters en mannetjes. Risico is echter in veel gevallen een te lastig te doorgronden begrip om dat in één getal of indicator te vatten. In het geval van TFH leidt dat tot de situatie dat het fonds zowel met het laagste risicocijfer (als fonds) als met het hoogste risicocijfer (via een lijfrente) wordt beoordeeld. In dit geval is de aanbieder van het product, De Veste, niet de oorzaak van de verwarrende informatie over risico, maar de toezichthouder zelf. De door de fondsbeheerder geboden informatie ziet er op het oog goed en volledig uit. De belegger wordt echter met de door de AFM verplichte gestandaardiseerde risicobeoordelingen niet geholpen, maar met meter en man het bos in gestuurd, zonder daadwerkelijk van de mogelijke gevaren op de hoogte te zijn. Deze situatie moet de AFM toch niet willen? Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 07 apr Fifty-fifty kans op Amerikaanse recessie De kans op een recessie in de VS is na "Liberation Day" gestegen van 35% naar 50%. Volgens Jeffrey Schulze van ClearBridge is diversificatie de enige free lunch voor beleggers tijdens de onzekere maanden die voor ons liggen.
Opinie 06 apr Zoek dekking! De sombere reacties van DWS en Goldman Sachs op de Amerikaanse tarievenoorlog en de mondiale aandelenpaniek. Hoe verder? Waarin te beleggen?
Assetallocatie 03 apr Goudprijs nog niet aan plafond als onzekerheid aanhoudt Senior ETF-analist Elisa Piscopiello bij L&G analyseert de drijvende krachten achter de sterke prijsstijging van goud en waarom gouddelvers glanzende winsten kunnen boeken.
Assetallocatie 01 apr Europa slaat terug Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors is positief over Europese aandelen. Vooral voor aandelen uit de sector industrie ziet hij goede kansen. Wel moeten er een aantal problemen worden aangepakt, want boven Europa schijnt niet alleen de zon maar hangen ook donkere wolken.
Assetallocatie 20 mrt Grootste beleggingsrotatie van de VS naar Europa in 25 jaar Fondsmanagers zijn veel somberder geworden over de VS. Het idee van Amerikaans exceptionalisme wankelt. Dat blijkt uit het maandelijkse onderzoek van Bank of America naar de samenstelling van beleggingsportefeuilles.
Assetallocatie 17 mrt Europese beleggers passen portefeuilles aan Toegenomen onzekerheid hebben Europese beleggers volgens Janus Henderson aangezet om hun portefeuilles tegen het licht te houden en iets veiliger in te richten. Smallcaps zijn gevraagd, net als de veiligste obligaties.