AEX-ETF's efficiënter Hoe hebben de rendementen van mijn besproken ETF's zich ontwikkeld ten opzichte van de AEX en Eurostoxx 50? Een update. 5 februari 2014 14:00 • Door Marcel Tak Bijna tweeëneenhalf jaar geleden begon ik met mijn ETF-recensies. Daarbij besteedde ik natuurlijk aandacht aan structuur van de ETF's en de geboden informatie van de aanbieders. Maar mijn bijzondere belangstelling ging uit naar het behaalde rendement. Het rendement op een ETF sluit in principe naadloos aan op de prestatie van de onderliggende index. Als de index niet goed presteert, zal ook de ETF geen goede resultaten laten zien. De rendementsprestatie van de ETF moet echter beoordeeld worden ten opzichte van het rendement van index. Het zal zelden voorkomen dat deze rendementen aan elkaar gelijk zijn. Ten eerste brengt de ETF kosten in rekening die in mindering van de waarde van het fonds worden gebracht. Dat betekent dat de ETF principieel een achterstand op de index heeft. Ten tweede speelt de wijze van replicatie een rol. Sommige ETF's kopiëren de onderliggende index volledig door alle aandelen of obligaties uit de index in positie te nemen. In andere gevallen wordt slechts een deel van de index aangekocht en in een enkel geval gaat het zelfs om andere aandelen of obligaties dan in de index zijn opgenomen. En naast de fysieke fondsen zijn er synthetische ETF's die er voor kiezen de index te volgen via een swaptransactie. Al deze verschillende methoden hebben invloed op het rendement, Het uitlenen van effecten is een poging van fysieke ETF's om het rendement op een hoger niveau te krijgen, alhoewel dat wel weer risicoverhogend kan werken. Transactiekosten zijn daartegenover weer een noodzakelijk kwaad die het rendement van de ETF drukken. Ten slotte is de wijze waarop het fonds fiscaal wordt behandeld, bijvoorbeeld het terugvragen van dividendbelasting, ook van invloed op het eindresultaat. Het is lastig om al deze afzonderlijke factoren uit te splitsen. AEX of Eurostoxx?Daarom introduceerde ik in mijn analyses de term "werkelijke kosten". De werkelijke kosten van een ETF worden eenvoudig bepaald door het verschil tussen de bruto prestatie van de index en de netto prestatie van de ETF. In mijn onderzoeken kwam ik tot behoorlijk grote verschillen in werkelijke kosten en door de aanbieders opgegeven TER-ratio's. Het is tijd om te bezien hoe de resultaten zich de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. Ik heb daarom bekeken hoe de rendementen van de ETF's op de AEX en de Eurostoxx 50 zich de laatste jaren hebben ontwikkeld ten opzichte van de onderliggende indices. Van de besproken AEX ETF's is er één inmiddels afgewikkeld en niet meer verhandelbaar (ETFX). De andere, van iShares, SPDR en Think, hebben de afgelopen drie jaar per saldo een mooie prestatie behaald. Niet zo verwonderlijk, de AEX steeg van 2011 tot en met 2013 met bijna 26%. Dit is het bruto rendement, dus inclusief herbelegd bruto dividend. Optimale benchmarkEen belegger in de aandelen van deze index zal dat in een positieve markt niet kunnen behalen, omdat alleen het netto dividend herbelegd kan worden. De eventuele teruggave van de ingehouden dividendbelasting komt de belegger pas later ter beschikking. In structureel dalende markten zal de bruto dividend index juist iets minder presteren dan de belegger, die immers de ingehouden dividendbelasting pas later belegd en zo een stukje koersdaling mist. Toch is de bruto dividendindex de meest optimale benchmark voor een vergelijking met de ETF-prestaties. Hoe hebben de drie AEX-fondsen de afgelopen jaren gepresteerd? In de tabel hieronder staan de resultaten ten opzichte van de bruto AEX-dividendindex. AEX GTR iShares SPDR Think 2011 -8,80% 0,54% 0,49% 0,25% 2012 14,05% 0,72% 0,72% 0,53% 2013 20,71% 0,75% 0,41% 0,59% TER nvt 0,30% 0,30% 0,30% 2011-2013 nvt 0,67% 0,54% 0,46% 2008-2010 nvt 0,77% 1,03% 1,00% DividendbelastingHet is duidelijk dat de drie ETF's de afgelopen drie jaar allemaal beter presteerden dan in de eerder door mij onderzochte periode (2008-2010). De meeste vooruitgang boekt Think. Dat heeft deels te maken met de opstartkosten die de Think ETF aan het begin van de vorige onderzoeksperiode maakte. Ik teken daarbij wel aan dat het rendement van Think een bruto rendement is. Het bruto dividend wordt herbelegd, terwijl dat bij de andere ETF's het netto rendement betreft. Think kan zijn rendement in bruto termen weergeven, omdat bij deze partij als enige de dividendbelasting kan worden teruggevorderd. Uit de tabel blijkt dat Think daardoor "slechts" 0,46% bij de bruto total return index achterloopt. Voor de twee andere ETF's ligt de achterstand iets hoger: SPDR: 0,54% iShares: 0,67% Think vergelijkt overigens ook als enige aanbieder zijn rendementen met de bruto index, wat op zichzelf de meest zuivere vergelijking is. In de tabel hieronder vergelijk ik op dezelfde wijze de prestaties van de Eurostoxx50 ETF's over de afgelopen twee jaar met de periode ervoor. ES50 GTR EasyETFs Lyxor iShares db-X Amundi 2012 19,57% 0,85% 0,83% 0,91% 0,83% 0,90% 2013 22,74% 0,44% 0,70% 1,12% 0,73% 0,62% TER nvt 0,25% 0,20% 0,35% nb 0,15% 2012-2013 nvt 0,65% 0,77% 1,02% 0,78% 0,.76% 2009-2011 nvt 0,50% 1,18% 0,83% 0,72% 0,80% Uit de resultaten blijkt dat over de afgelopen twee jaar EasyETF het best de Eurostoxx 50 bruto total return index benaderde, met een gemiddelde achterstand van 0,65%. De grootste afwijking liet de iShares ETF zien met een gemiddelde achterstand van 1,02% op de index. Bij overige ETF's lag de gemiddelde achterstand op de index fractioneel boven de 0,75%. De underperformance van de index is per saldo niet verminderd, zoals met de AEX-ETF's het geval is. Lyxor en Amundi deden het beter dan in de vorige periode terwijl EasyETF en iShares een grotere achterstand dan in het verleden lieten zien. Mijn conclusie is dat de AEX-ETF's efficiënter lijken te zijn geworden en beter presteren dan in mijn eerste onderzoeksperiode. De Think ETF presteert net iets beter dan de andere ETF's, met name doordat dividendteruggave mogelijk is. Van de Eurostoxx50 ETF behaalde EasyETF het beste resultaat, voornamelijk door de goede prestatie in 2013. Informatie Tot slot moet mij van het hart dat de geboden informatie het zeer lastig maakt een goede rendementvergelijking te maken: bijna geen enkele aanbieder gebruikt bruto indices de jaarultimodata verschillen onderling soms wordt het resultaat niet in kalenderjaren gegeven niet alle aanbieders geven de resultaten tot twee cijfers achter de komma Voor een goede en eenvoudige vergelijking zou elke aanbieder per kalenderjaar moeten aangeven wat het rendement van zowel de netto als de bruto index. Ook is precieze informatie over de jaarultimodata gewenst. Met deze eenvoudige ingrepen kan de potentiële belegger veel sneller en beter de resultaten vergelijken. Dat wil toch elke aanbieder.... Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 19 feb Grote risicobereidheid institutionele beleggers Institutionele beleggers houden vast aan hun overwogen-positie in aandelen. Private equity zit ver onder het hoogtepunt van 2022 en ESG blijft van belang. Dat schrijft beleggingsconsultant bfinance in zijn laatste kwartaalrapport.
Assetallocatie 18 feb "Marktverwachtingen centrale banken zitten ernaast" Volgens hoofdeconoom Steven Bell van Columbia Threadneedle is de kans groot dat de Fed de rente dit jaar meer verlaagd dan de markt nu verwacht. Voor de ECB zal het waarschijnlijk andersom zijn.
Assetallocatie 16 feb Rendementen worden de komende 20 jaar iets minder Capital Group heeft rendementsverwachtingen voor de komende 20 jaar voor aandelen en obligaties iets verlaagd. Maar over de gehele linie zijn de prognoses voor langetermijnbeleggingen op de wereldwijde markten nog altijd positief.
Assetallocatie 13 feb Europese beleggers in de ban van Trump en de korte termijn Europese beleggers zijn het jaar begonnen met duidelijke voorkeuren, zo blijkt uit de Europese ETF-handel van afgelopen maand.
Assetallocatie 12 feb "Diversificatie is de enige free lunch op de beurs" Honderd jaar beursgeschiedenis biedt beleggers een berg aan informatie. Financieel blogger Larry Swedroe trekt negen belangrijke conclusies waar belegger hun voordeel mee kunnen doen.
Assetallocatie 11 feb Tijd om wat winst te nemen op Amerikaanse aandelen Van Lanschot Kempen verkoopt een deel van de Amerikaanse aandelenpositie. Beleggingsstrateeg Joost van Leenders legt uit waarom.